EEN INLEIDING OVER SECTORANTENNE
Om het dekkingsgebied, en daarmee het aantal bediende klanten, te vergroten of te verbreden, worden meerdere sectorantennes geïnstalleerd op dezelfde draagstructuur, zoals toren of mast.
Een dergelijke constructie wordt vaak een gesectoriseerde antenne genoemd, hoewel soms kortheidshalve"sector antenne"wordt ook gebruikt. Het heeft verschillende onder een hoek gescheiden sectorantennes.
Nadat de antenne-eenheid aan een draagconstructie is bevestigd, moet deze worden gepositioneerd. Positioneren betekent niet alleen het instellen van een juiste richting of azimut, maar ook het instellen van een juiste neerwaartse kanteling. Door de uitgestraalde energie te beperken tot een subcirkelvormige boog en een smalle verticale dekking maakt het ontwerp efficiënt gebruik van zenderapparatuur met een relatief laag vermogen. Hoewel het absolute bereik beperkt is, zorgt deze configuratie voor goede datasnelheden (digitale informatieoverdracht gemeten in bits/seconde, soms gegeven als totale minus foutcorrectie overhead) en goede signaalconsistentie binnen het dekkingsgebied.
Voorafgaand aan de positionering zijn aarding en bliksembeveiliging vereist. Alle draagconstructies zijn voorzien van bliksemafleiders.
Een goed gekozen downtilt-instellingsstrategie kan de algehele interferentie in het netwerk verminderen. Een te agressieve downtilting-strategie zal echter leiden tot een algeheel verlies van dekking omdat de cellen elkaar niet overlappen. Downtilting kan worden gebruikt om specifieke problemen op te lossen, bijvoorbeeld lokale interferentieproblemen of te grote cellen. Elektrisch kantelen verkleint licht de bundelbreedte.